De top van Google vloog jarenlang rond op brandstof die ze met fikse korting van de Amerikaanse regering hadden gekocht. Maar dat had helemaal niet gemogen.

De drie toppers van Google hebben iets met vliegen. Oprichters Larry Page en Sergey Brin en bestuurder Eric Schmidt bezitten naar verluidt zeven privéjets en twee helikopters.

Hoewel het aantal vliegmachines wat aan de hoge kant lijkt, is het zeker niet ongebruikelijk dat Amerikaanse topmannen in privéjets het land doorvliegen. Zo kunnen ze de ongemakken van een lijnvlucht via een regulier vliegveld vermijden.

Deal met NASA

Het onderhoud en vliegklaar maken van de zakenjets doet Google niet zelf; dat laten ze over aan een apart bedrijfje, genaamd H211. De vliegtuigen staan in een hangar op een nabijgelegen luchthaventje. Officieel is dat een militair vliegveld in handen van ruimtevaartorganisatie NASA. Er mogen helemaal geen burgervliegtuigen opstijgen en landen.

De Google-toppers hebben daarom in 2007 een deal gesloten met de NASA. In ruil voor het mogen stallen van de vliegtuigen, mogen wetenschappers van de ruimtevaartorganisatie vluchten met de vliegtuigen uitvoeren om wetenschappelijke data te vergaren.

Brandstof met korting

Als onderdeel van die deal mocht Google ook kerosine inkopen bij de overheid tegen zeer schappelijke prijzen, waarover geen lokale belastingen werden geheven. Voorwaarde was wel dat de brandstof alleen gebruikt mocht worden voor de wetenschappelijke vluchten van NASA.

Maar uit een rapport van de ruimtevaartorganisatie blijkt nu dat de bazen van Google de goedkope brandstof ook voor privévluchten hebben gebruikt, schrijft The Wall Street Journal woensdag.

De Google-vliegtuigen stegen sinds 2007 ruim 700 keer op vanaf het militaire vliegveld. Het merendeel van de vluchten ging naar Los Angeles en New York, maar de bestuurders van de zoekgigant deden ook twintig keer het Caribische eiland Tortola aan en zeventien keer Hawaï.

NASA: het was een misverstand

Het voordeeltje liep op tot 5,3 miljoen dollar. Volgens het NASA-rapport heeft het de overheid geen geld gekost, maar heeft H211 wel een fikse korting gekregen waar het geen recht op had. De overheid is dus belastinginkomsten misgelopen.

De brandstofdeal eindigde op 31 augustus van dit jaar, nadat het Pentagon achter het onbedoelde gewin voor Google kwam. Inmiddels koopt H211 de brandstof voor privévluchten in tegen reguliere markttarieven.

Volgens NASA ging het om een misverstand en is er geen sprake van opzet. Een bestuurder van H211 zegt het rapport op dit moment te bestuderen. Google was niet bereikbaar voor commentaar.

Overigens moet Google na juli 2014 hoogstwaarschijnlijk op zoek naar een nieuwe thuisbasis voor de vliegtuigen. NASA wil het aflopende leasecontract niet verlengen.

Het zoekbedrijf heeft een nieuwe locatie op het oog naast het vliegveld van San José in Californië. Het aanleggen van een eigen privévliegveld kost Google zo'n 82 miljoen dollar, maar dat is peanuts als je per kwartaal 3 miljard dollar winst maakt.

Lees ook:

 Cold calling: deze robot klinkt wel erg overtuigend aan de telefoon

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl